Van bonenkaas tot bietensteel: duurzaam boeren in de praktijk

Lange tijd was de Nederlandse landbouw vooral gericht op het zo efficiënt mogelijk produceren van zoveel mogelijk voedsel voor zo min mogelijk geld. Dat dat op lange termijn niet houdbaar is, is allang geen geheim meer. Pesticiden en kunstmest zorgen voor een hogere productie, maar vervuilen de bodem en zijn slecht voor biodiversiteit. Eenzijdige productie put de bodem bovendien uit. En veel van de geproduceerde gewassen worden niet volledig gebruikt, wat voor onnodig afval zorgt. Gelukkig is de landbouwrevolutie inmiddels in volle gang. Maak kennis met drie duurzame landbouwalternatieven, en kom erachter hoe plantaardig kaasbedrijf Wilicroft hun duurzame filosofie in de praktijk brengt.   

Koeien zijn aan het grazen

Afval als grondstof

Slechts een derde van de gewassen is geschikt als voedsel voor mensen. Zo eten we van suikerbieten bijvoorbeeld de bieten wel, maar de stelen en bladeren niet. Waar in traditionele landbouw daardoor veel delen van gewassen als afval worden gezien, worden ze in kringlooplandbouw gebruikt als diervoeding of bodemverbeteraar. Vee graast op grond die niet geschikt is voor voedselproductie, zoals grasland. En ook mest is geen afval, maar een manier om de bodem te verrijken. Dat maakt de bodem vruchtbaarder, waardoor akkergewassen er beter gedijen. Door de ketens van akkerbouw en veehouderij met elkaar te verbinden zorgen kringlooplandbouwers er bovendien voor dat er niet meer grond en grondstoffen gebruikt worden dan strikt noodzakelijk. Zo’n efficiënte kringloop kan tot wel 70 procent meer voedsel produceren

Strenge eisen

Biologisch-dynamische landbouw (ook wel biodynamische landbouw genoemd) is een vorm van biologische landbouw, gestoeld op antroposofische principes. Daarbij wordt de natuur gezien als één verbonden geheel en wordt er vanuit gegaan dat de sterren en planeten de groei van gewassen beïnvloeden. De maan zou bijvoorbeeld invloed hebben op de waterhuishouding van planten. Dát is wetenschappelijk niet bewezen, maar uit onderzoek blijkt wél dat biodynamische landbouw een van de meest duurzame landbouwmethoden is. Kijkend naar de eisen waaraan boeren moeten voldoen om het biodynamische Demeter-keurmerk te krijgen, is dat ook niet gek. Zo moeten ze verschillende gewassen na elkaar verbouwen om te voorkomen dat de bodem eenzijdig wordt uitgeput. En zijn er regels over welke meststoffen gebruikt mogen worden en waar zaden en veevoer vandaan mogen komen. De integriteit van dieren staat bovendien centraal, wat betekent dat staarten en hoorns bijvoorbeeld niet worden weggehaald. En een duurzame afzet is belangrijk: producten worden zoveel mogelijk lokaal en direct aan de klant verkocht.  

Verbeter het bodemleven

Kunstmest en pesticiden leveren een hogere landbouwproductie op, maar hebben op veel plekken in de wereld ook een negatieve impact op de bodem, het grondwater en de biodiversiteit. Regeneratieve landbouwers focussen zich daarom op een betere bodemkwaliteit. Want door het bodemleven te bevorderen, verbetert de productiviteit en weerbaarheid van de grond. Zo verwerken regenwormen bijvoorbeeld plantenresten en graven gangen die bijdragen aan een goede waterhuishouding. Om de bodem gezond te maken en houden gebruiken regeneratieve landbouwers zo min mogelijk chemische middelen. Ze verbouwen bovendien veel verschillende gewassen op één stuk grond om de biodiversiteit te maximaliseren. Zo verbeteren ze de gezondheid van het land en komt er meer vruchtbare grond bij. 

Kaas van bonen

Willicroft, ooit opgericht als zuivelbedrijf, maar sinds 2018 bezig met plantaardige alternatieven voor kaas, koopt zulke regeneratief geteelde ingrediënten in. Het bedrijf werkt eraan om hun kazen zoveel mogelijk op basis van peulvruchten te maken, omdat peulvruchten in staat zijn om stikstof uit de lucht om te zetten in ammoniak. Zo vullen ze de bodem aan in plaats van er alleen voedingsstoffen uit te halen. 

Om dit te bereiken, werkt Wilicroft samen met sectorleiders, overheidsdiensten, bedrijven, filantropische organisaties en boeren aan een ‘transitional farming’-project, waarbij melkveehouders land dat zij voorheen voor melkkoeien gebruikten omzetten in regeneratieve bonenvelden. De ambitie is om dit model te gebruiken om de richting te bepalen voor beleidsvorming in Nederland en daarbuiten.  

Het project ging onlangs van start en moet ervoor zorgen dat het voor boeren economisch haalbaar is om over te stappen op een duurzamere vorm van landbouw. De eerste samenwerkingen met boeren zijn inmiddels opgezet en Wilicroft verwacht dit jaar de eerste oogst van regeneratief geteelde bonen.Het bedrijf zoekt nog meer boeren om samen aan de slag te gaan met regeneratieve landbouw! Kijk voor meer informatie op de website van Wilicroft.