Creative Placemaking en Stadslab RAUM

Van wie is de publieke ruimte? Met toenemende verstedelijking, groeiende ongelijkheden en de steeds merkbaar wordende gevolgen van de klimaatcrisis is deze vraag misschien wel belangrijker dan ooit. Hoe geven we de stad vorm en welke rol speelt kunst en cultuur hierin? We spraken met Donica Buisman, oprichter en directeur van stadslab RAUM aan het Berlijnplein in de Utrechtse wijk Leidsche Rijn, over creative placemaking en wat het zo innovatief maakt.

RAUM
Beeld: ©RAUM

Creative placemaking komt voort uit placemaking, maar dan met inzet van kunst en cultuur of verbeelding, of zoals in ons geval design. ‘Placemaking voor ons gaat over hoe je een publieke ruimte samen met belanghebbenden (bewoners, ondernemers, ontwikkelaars en het publiek) kunt vormgeven,’ aldus Buisman. Kunst en design zet je daarbij in als een middel om te zorgen dat je de gedeelde waarden van een plek zowel kunt ophalen als vorm kunt geven.

Placemaking is niet nieuw: het ontstond al in de jaren zestig in New York. Placemaking draait om co-creatie. Het doorbreekt het oude top-down patroon van herontwikkeling, en werkt bottom-up en vanuit de diversiteit van de plek zelf. Het concept wordt eigenlijk pas sinds een aantal jaar wereldwijd toegepast. Ook in Nederland vindt het idee steeds meer navolging. Nu het belang van publieke ruimten steeds meer wordt erkend rijst de vraag: hoe kunnen we met zoveel mogelijk mensen een publieke ruimte vormgeven?

RAUM

RAUM is begonnen bij Buisman. Zij werd benaderd door de gemeente Utrecht. Het Berlijnplein in Leidsche Rijn bestond toen uit heel veel diepe kuilen met niets erin. ‘Er stond alleen een bioscoop,’ aldus Buisman. ‘Maar ik werd daar toch wel heel vrolijk van: het was een blanco canvas.’ Dat komt niet vaak voor in stedelijk gebied. ‘Normaal gesproken draait stedelijke ontwikkeling om doorontwikkeling; bestaande netwerken, bestaande grids, mensen die er al jaren wonen, geschiedenis, gebruiken. Dit was daar allemaal niet en dat vond ik fascinerend.’

Buisman zette samen met tientallen betrokkenen en belanghebbenden aan het Berlijnplein een stadslab op: RAUM. ‘Er was behoefte aan verbinding tussen wijk en stad, aan een grootstedelijke plek die niet alleen voor de wijk maar ook voor mensen daarbuiten is en waar het niet alleen maar draait om consumeren.’

Twee jaar later, na veel co-creatiesessies en een grote groep deelnemers, merkte ze dat de boel verzadigde. ‘We wilden die co-creatie blijven doen, maar hoe kunnen we mensen nou écht op stedelijke thema’s laten meedenken? Creative placemaking werkt: het zorgt voor gedeeld eigenaarschap. Maar hoe doe je dat structureel? Daar hebben we het antwoord nog niet op.’

Verbeelding als verbindingsmiddel

‘Normaal gesproken wordt een gebouw top-down bedacht,’ stelt Buisman. ‘Maar hoe kunnen we dat gebouw – een cultuurinstelling – ontwikkelen door te experimenteren en gesprekken te voeren met elkaar? Dat is een innovatieve aanpak. Je begint met het stellen van een vraag en probeert die vraag op verschillende manieren te stellen, waardoor je ook weer andere mensen aanspoort om na te denken.’ Door verbeelding en creatieve middelen trekt RAUM een meer divers publiek van verschillende gemeenschappen. Voor RAUM is een enquêteformulier dan ook niet zo interessant, want met een kunstinstallatie of theater weten ze meer (verschillende) mensen te bereiken. 

RAUM richt zich vooral op inclusie, legt Buisman uit. ‘Verbonden steden en een open samenleving. Niet dat we het nooit over het klimaat hebben, maar dan is dat altijd in combinatie met inclusiviteit. Hoe zorg je ervoor dat je een afspiegeling bent van de diversiteit in Utrecht? En hoe zorg je ervoor dat die mensen niet alleen uitgenodigd zijn op het feestje, maar ook mee kunnen doen? Hoe zorg je voor betekenisvolle ontmoetingen tussen verschillende groepen mensen? Alleen zo kun je tot oplossingen komen die voor de meeste mensen werken.’

Die oplossingen zijn nodig om de ‘wicked problems’ van deze tijd het hoofd te bieden, niet alleen samen met hoogopgeleide witte mensen, maar met álle bewoners in de buurt. RAUM probeert in haar programma’s een balans te vinden tussen het blijven uitnodigen van nieuwe groepen mensen en het vertrouwen opbouwen en behouden van de al betrokken partijen. ‘Structurele samenwerkingen opbouwen kost tijd en energie, maar zorgen ook dat mensen zich meer welkom voelen. Het maakt de kans op ontmoetingen groter.’