Zie privacy als innovatie en niet als belemmering

Door verschillende schandalen in de techwereld, komt de bescherming van privacy in een steeds scherper daglicht te staan. Hoe we omgaan met de ethische kant van technologische ontwikkeling, is misschien wel een van de belangrijkste vragen van onze tijd. Hoogleraar Valerie Frissen werkt daar dagelijks aan. ‘Verstandig omgaan met data moet nu eigenlijk onderdeel zijn van het verdienmodel van bedrijven. Consumenten worden daar gevoeliger voor.’

Valerie Frissen

Valerie Frissen is directeur van het SIDN fonds en ze is daarnaast een dag in de week verbonden aan de universiteit van Leiden als hoogleraar digital technologies and social change. Het fonds is ongeveer vijf jaar geleden in het leven geroepen door de organisatie achter de Nederlandse .nl domeinnamen; de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland.

Gedeelde verantwoordelijkheid

‘In innovatie staat vaak de potentie van data voorop, en niet de inbedding daarvan in de gebruikerscontext. Ontwikkelaars zijn vooral bezig met wat de toepassing nu kan betekenen, en houden zich minder bezig met de mogelijke gevolgen in de toekomst en de verantwoordelijkheid die daarbij ook hoort’, stelt Frissen.

Maar die verantwoordelijkheid om verantwoord, en op een ethische manier om te gaan met technologische ontwikkelingen, ligt niet alleen bij de ontwikkelaars, onderstreept Frissen. ‘Ik vind het heel belangrijk om te benadrukken dat het een gedeelde verantwoordelijkheid is.’ Bedrijven, consumenten en overheden moeten allemaal hun steentje bijdragen. ‘Uiteindelijk moet het komen vanuit een cultuuromslag van mensen en bedrijven.’ En die ontwikkeling is volgens Frissen nu al gaande. ‘Mensen vinden het steeds belangrijker dat bedrijven goed omgaan met hun data.’ En als consumenten dit belangrijk vinden, wordt het ook steeds aantrekkelijker voor bedrijven om daarop in te spelen.

Stimuleer toepassingen en empower de gebruiker

Het SIDN fonds stimuleert allerlei projecten en onderzoeken die kunnen helpen bij deze cultuuromslag. ‘We ondersteunen initiatieven die het internet versterken aan de toepassingenkant’, legt Frissen uit. ‘Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan een privacyvriendelijke manier om je identiteit te authentiseren: IRMA. Dat staat voor I reveal my attributes en is ontwikkeld door Bart Jacobs. Soms hoef je voor een website bijvoorbeeld alleen te bewijzen dat je 18 jaar of ouder bent, maar geef je automatisch ook veel andere data af. De bedoeling van IRMA is dat je alleen die attributes deelt die noodzakelijk zijn.’

‘Daarnaast werken we bij het SIDN fonds aan empowerment van de gebruiker. We willen ervoor zorgen dat de gebruiker een volwaardige speler wordt op het internet; daar hoort bewustwording bij van hoe internet werkt, het ontwikkelen van specifieke vaardigheden en niet in de laatste plaats ook data-soevereiniteit: de mogelijkheid om veel meer zelf te kunnen bepalen wat er met je data gebeurt. En tenslotte ondersteunen we ook projecten waarbij het internet op een innovatieve manier wordt ingezet om maatschappelijke doelen te bereiken. We hebben bijvoorbeeld een heel gek projectje gedaan waarbij sensoren in bijenkorven werden geplaatst, waardoor een veel beter beeld van de bijenstand ontstaat: dat inzicht is cruciaal voor het ecologische evenwicht.’

Rol voor overheden en bedrijven

Volgens Frissen is er dus een cultuuromslag nodig bij iedereen. ‘We zien dat de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) veel invloed heeft op het beter beschermen van privacygevoelige informatie’, vertelt Frissen. ‘Daarin zie je dat de overheid veel impact heeft. Maar wat mij betreft is ook de markt aan zet om die beweging op gang te krijgen. De overheid moet ingrijpen als het de spuigaten uitloopt en dan kaders bieden en grenzen stellen, zoals met de AVG is gebeurd.’ Maar daarnaast kan de overheid de markt ook meer sturen met bijvoorbeeld haar inkoopbeleid. ‘Als je in je uitvraag opneemt dat hoe bedrijven omgaan met data een belangrijk criterium is, dan geef je daarmee een belangrijk signaal. Soms is een klein beetje sturing al voldoende om iets in beweging te zetten.’

Ook op een ander niveau, dat van de techniek en het ontwerp, kun je een belangrijke bijdrage leveren. ‘Ontwikkelaars kunnen bijvoorbeeld de standaardinstellingen van hun toepassingen anders ontwerpen. Nu is het vaak nog zo dat de gebruiker actief allerlei opties uit moet zetten als hij of zij niet wil dat data wordt gedeeld. De standaardinstellingen zijn meestal in het nadeel van de gebruiker. Daarin kunnen juist ontwerpers een meer verantwoordelijke houding nemen. Denk ook aan privacyverklaringen van 22 pagina’s of cookie instellingen waar iedereen gewoon maar mee akkoord gaat. Wat gebeurt er als je de cookies niet accepteert? Meestal heb je geen idee, als gebruiker. Het antwoord daarop kan veel simpeler in het design worden opgenomen. Dat zijn in wezen al voor de hand liggende stappen om verantwoordelijk te ontwerpen.’

Hoop voor de toekomst

We zien dat het maken van ethische afwegingen vaak geïnstitutionaliseerd is. ‘In de medische wereld hebben ze daar bijvoorbeeld de medisch ethische toetsingscolleges voor’, legt Frissen uit. ‘Maar als je kijkt naar de snelheid waarmee technologie zich ontwikkelt, dan is het nodig dat die ethische afwegingen in het hele proces ingebakken zijn. Een onderdeel daarvan is dat je óók nadenkt over wat een toepassing voor de toekomst kan betekenen.’

En wat dat betreft is er hoop voor de toekomst, denkt Frissen. ‘Als je kijkt naar de schandalen van de afgelopen jaren, dan zie je dat de techwereld begint in te zien dat zij ook niet ongebreideld hun gang kunnen blijven gaan. We zien dat we in Europa daar ook een eigen houding in kunnen innemen (bijvoorbeeld door de invoering van de AVG, red.). En het zou heel mooi zijn als bedrijven de bescherming van privacy meer gaan zien als een innovatie, waar kansen liggen, dan als een belemmering. Ja, ik blijf toch optimistisch hoor’, besluit Frissen.