Verschillende invalshoeken, maar hetzelfde doel: een gezond Grevelingenmeer

Op de grens van Zuid-Holland en Zeeland ligt het grootste zoutwatermeer van West-Europa: het Grevelingenmeer. In het kader van de Deltawerken werd de voormalige zeearm met twee dammen afgesloten van de Noordzee. Dat maakte het gebied veiliger en beter bereikbaar, maar betekende ook dat eb en vloed uit de Grevelingen verdwenen. Het gevolg? Een deel van het meer heeft ‘dode bodems’ waar nu alleen nog bacteriën kunnen overleven. Dat brengt het hele ecosysteem in gevaar: door het gebrek aan leven onder water kunnen bepaalde vogels bijvoorbeeld niet genoeg voedsel vinden. Een urgent probleem, zagen verschillende overheden. Ze besloten: er moet iets gebeuren. De ministeries van Infrastructuur en Waterstaat, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en Economische Zaken en Klimaat maakten daarom een plan om het getij terug te brengen in de Grevelingen. Een gerichte samenwerking tussen Rijk en regio, die niet alleen bijdraagt aan verbetering van de biodiversiteit, maar ook aanzet tot economische kansen en innovatie in de markt: in de Brouwersdam komt misschien wel de eerste getijdenenergiecentrale van Nederland.

Portretfoto: Ingrid Schrauwen

Het terugbrengen van het getij in de Grevelingen is geen nieuw plan. Al 12 jaar geleden werd de eerste aanzet gedaan. ‘Maar we zitten nu op een cruciaal punt’, vertelt projectdirecteur Ingrid Schrauwen. ‘Lange tijd investeerde de overheid vooral in waterveiligheid, maar dit is hoofdzakelijk een waterkwaliteitsproject. Met het programma Ecologie Grote Wateren, dat in 2017 werd opgestart, is er meer geld vrijgekomen voor waterkwaliteit.’

Het Grevelingenmeer is een van de grote wateren waarvoor nu extra geld beschikbaar is. ‘Daarom werd mij in 2018 gevraagd om de verkenningen af te maken waarmee we in 2008 al waren begonnen. We zoeken nu naar manieren om het zuurstoftekort in het meer ook op lange termijn te verminderen. Eind november krijgen we te horen of we met de volgende fase van het project verder mogen gaan. Een belangrijk moment voor ons dus!’

Eerste Nederlandse getijdencentrale

Schrauwen hoopt vanaf 2022 aan de slag te kunnen gaan met het maken van een doorlaatmiddel in de Brouwersdam die het meer scheidt van de Noordzee. Hierin komen schuiven, waarmee twee keer per dag tegelijk met het natuurlijke getij water in en uit het meer kan stromen. Het getij in het meer zelf wordt gedempt om de effecten op de oevers en eilanden voor natuur en gebruikers zo klein mogelijk te maken.  

‘Het getij is een krachtige motor die het water in beweging houdt. Dat brengt zuurstof in het meer en verbetert zo de waterkwaliteit, en levert daarnaast ook economische kansen op. Het is eigenlijk een soort Deltawerken 3.0. In de kokers in de doorlaat kunnen we een energiecentrale hangen, waarmee we voor duizenden huishoudens energie kunnen opwekken. Dat zou de eerste serieuze Nederlandse getijdencentrale worden. We zijn in gesprek met marktpartijen – bouw-, turbine- en energiebedrijven – om te kijken hoe we dat kunnen bewerkstelligen. Er zijn veel plekken in de wereld waar je zulke centrales kunt maken, en het zou geweldig zijn als Nederland daarin een voorbeeld zou kunnen zijn!’

Het is een veelbelovend plan dat bijdraagt aan de Nederlandse duurzaamheidsdoelstellingen. Maar als de plannen voor een getijdencentrale worden doorgezet, leidt dat er mogelijk wel toe dat de uitvoering ervan nog iets langer op zich laat wachten. ‘De energiecentrale vergt meer onderzoek en daarmee ook extra tijd. Door de zeespiegelstijging zal op den duur het water uit het meer niet meer helemaal vanzelf terug in zee stromen als het eb is. Willen we dan de getijdenturbines als pomp gebruiken om bij eb het water op een energieneutrale manier uit het meer te pompen? Of laten we de getijdencentrale helemaal aan de markt om energie mee op te wekken? Dus: steken we er ook publiek geld in naast het private geld?’

Verschillende perspectieven, gedeelde belangen

Zulke vragen overlegt Schrauwen niet alleen met marktpartijen, maar vooral ook met de andere partners in het project – overheidsorganisaties in de breedste zin van het woord. Naast de drie ministeries werken ook de provincies Zeeland en Zuid-Holland, de gemeenten Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland, Staatsbosbeheer en Rijkswaterstaat mee. ‘Ik leid een netwerk van zo’n 45 mensen. Eens in de week komen we in Rotterdam samen en maandelijks overleggen we met elkaar op de Brouwersdam. Heel leuk en inspirerend is dat.’

Elke partner heeft zijn eigen perspectief op het Grevelingenmeer, maar van verschillende belangen is geen sprake, stelt Schrauwen. ‘Waar Rijkswaterstaat zich vooral bezighoudt met de waterkwaliteit en waterveiligheid, ligt de focus van de regiopartners bijvoorbeeld meer op de positieve gevolgen van een levendig ecosysteem voor de regionale economie. De gemeente Goeree-Overflakkee wil energieneutraal worden en is daarom erg enthousiast over de getijdenenergiecentrale, maar zou deze in haar eentje nooit kunnen betalen. Zo komen we via verschillende invalshoeken toch bij hetzelfde doel uit: een gezond Grevelingenmeer.’

Meer weten?

Kijk op de website van Getij Grevelingen.