Innovatie als ontmoeting: waar onderwijs, overheid en bedrijfsleven samenkomen

Als een van de oprichters van R&D-bedrijf Accenda is Martin Seiffers zich maar al te bewust van de vruchtbare grond waarop onderwijs, bedrijfsleven en overheid elkaar ontmoeten. Om de samenkomst van onderwijs en praktijk nog soepeler te laten verlopen, zette Martin samen met zijn broer John vanuit Accenda het Innovatiecentrum Energie & Mobiliteit Delft (I-EM Delft) op. I-EM Delft is volledig toegespitst op de ontmoeting van onderwijs en praktijk.

I-EM Delft
Beeld: ©I-EM Delft

Spanningsveld

Zeker op het gebied van energietransitie is het voor bedrijven essentieel werknemers te vinden die goed overzicht hebben van het constant veranderende werkveld. Tegelijkertijd is het de wens van de onderwijswereld om beter op de hoogte te zijn van waar het bedrijfsleven behoefte aan heeft. ‘Er zijn stemmen die zeggen dat het bedrijfsleven dan maar het onderwijs moet gaan regelen,’ zegt Martin Seiffers, oprichter van Accenda en I-EM Delft, ‘maar dat gaat wel erg ver.’

Met hun bedrijf Accenda, dat ondernemers en overheid voorziet van strategisch advies en innovatieve expertise om tot innovatieve oplossingen te komen, opereren de broers al ruime tijd in dit spanningsveld. Niet gek, want Martin is bedrijfseconoom en organisatieadviseur en zijn broer heeft lang mechatronica gedoceerd en technisch onderzoek gedaan aan de TU Delft.

Een eigen plek voor het onderwijs

In 2016 bouwde Accenda, ondersteund door de Gemeente Delft, een volledig elektrische auto. Zowel studenten van de Haagse Hogeschool, Hogeschool Rotterdam, de TU Delft als het ROC Mondriaan werkten aan deze Ekolectric samen. Voor dit project kreeg Accenda de Pro-Motor Award voor het meest ambitieuze en innovatieve project binnen de Triple Helix (kennisinstellingen, overheden en bedrijfsleven). Hier blijkt de kracht van de overlap tussen overheid, bedrijfsleven en onderwijs. In de innovatieroadmap is deze samenwerking essentieel en versterkend.   Volgens Martin is dit de basis van het Accenda succes: ‘Je hebt immers bruggen nodig tussen overheid, bedrijfsleven en onderwijs.’

Maar hoewel deze samenkomst effectief bleek, leverde dit voor de klanten van Accenda ook onduidelijkheid op. ‘Accenda doet research and development, en is geen opleidingsbureau’, legt Seiffers uit. ‘Voor klanten moest duidelijk zijn: wie gaat er voor ons werken?’ Daarom besloten de broers het onafhankelijke innovatiecentrum I-EM Delft op te richten. Zo zijn de verhoudingen transparanter en is voor iedereen duidelijk wie waarvoor staat.  ‘Je hebt overheid en bedrijven nodig. En je hebt onderwijs nodig, je moet die samenbrengen. I-EM Delft is hiervoor een mooi platform en biedt een effectieve oplossing.’

De triple helix

In I-EM Delft staat de ontmoeting tussen leren en de praktijk centraal. Het innovatiecentrum voorziet bedrijven in proofs-of-concept met betrekking tot de energietransitie. Medewerkers van de opdrachtgever en studenten krijgen hierbinnen de kennis van de actuele techniek en zijn klaar voor de toekomst. ‘Dit proces is ook geheel gericht op samenwerking,’ zegt Martin, ‘en past daarom ook prima binnen de noodzaak van een Leven Lang Ontwikkelen van transities.’

‘We hebben nu een project van Groene Hart Werkt en MBO Rijnland om een duurzame bus te bouwen,’ vertelt Martin. ‘Iedereen vraagt ‘hoe ver kan die dan?’, maar dat vind ik niet zo interessant.’ Het resultaat is de H2 Onderwijs- en Demonstratiebus, ‘een energiecentrale die je kunt verplaatsen, een rijdend field-lab dat laat zien wat er mogelijk is binnen de energietransitie.’ Mede ondersteund door verschillende provincies en gemeenten opent I-EM Delft in samenwerking met zowel studenten, docenten als onderzoekers deuren die interessant zijn voor het bedrijfsleven. De drie takken van deze ‘triple helix’ kunnen elkaar op die manier verstevigen, en zo de energietransitie versnellen.

Duurzame kennisoverdracht

‘Een nadeel van het werken met studenten is dat ze na 20 weken weg zijn’, vertelt Seiffers. Daarom richt I-EM Delft zich met name op doorlopende projecten, waarbij naast de opdrachtgever ook docenten voor langere tijd betrokken blijven. ‘Vraagstukken waar bedrijfsleven of overheden mee worstelen, zijn vaak interessant voor het onderwijs. Daarom is het belangrijk dat het onderwijs blijft meegroeien met wat er op de markt gebeurt.’