De keuzes op weg naar het energiesysteem van de toekomst

In 2030 moet 70% van alle elektriciteit in Nederland uit hernieuwbare bronnen komen en minimaal 27% van alle energie duurzaam worden opgewekt, aldus het Klimaatakkoord. Maar hoe zal dit energiesysteem van de toekomst er in de praktijk uitzien? En hoe zorgen we dat we daar komen? We vragen het Richard van de Sanden, hoogleraar toegepaste natuurkunde en directeur van het onlangs opgerichte Eindhoven Institute for Renewable Energy Systems (EIRES) en ook verbonden aan het NWO-instituut DIFFER. ‘Over de stip op de horizon is iedereen het eens, dat is een duurzaam energiesysteem. Maar welke keuzes maken we op de weg ernaartoe?’

Richard van de Sanden

In 2020 groeide de hoeveelheid duurzame energie in Nederland met 24%. Deze groei is voor een groot deel toe te schrijven aan de toename van het aantal zonnepanelen en windmolens. ‘Vooral rondom het opwekken van offshore windenergie liggen kansen voor Nederland’, ziet Van de Sanden. In de afgelopen jaren zijn de kosten van windenergie op zee drastisch gedaald. Daardoor is windenergie nu de goedkoopste grootschalige duurzame energiebron in Nederland. Er wordt dan ook hard gebouwd aan meer windenergie op zee: in 2030 moeten windmolens in de Noordzee 8,5% van alle energie in Nederland opleveren en 40% van ons huidige elektriciteitsverbruik dekken.

Waterstof

Naast zonne- en windenergie, wil Nederland gebruikmaken van waterstof als energiedrager. De Nederlandse industrie gebruikt waterstof al op grote schaal als grondstof om producten te maken. Waterstof kan ook ingezet worden om duurzaam opgewekte energie op te slaan en te transporteren naar de gebruiker. ‘Waterstof is veelbelovend, maar om het te kunnen gebruiken moet een passende infrastructuur worden opgetuigd. Hoe verder je energie in de vorm van stroom moet transporteren, hoe duurder het is. Nederland heeft al een goede gasinfrastructuur, die mogelijk als basis kan dienen voor het transport van waterstof.’

Infrastructuur

Op dit moment staat het gebruik van waterstof voor duurzame energie nog in de kinderschoenen. ‘Waterstof produceren met elektrolysers is nog te duur om het op grote schaal te doen. Bovendien moet er nog flink geïnnoveerd worden op het gebied van groene waterstof. We zitten dus nog in een beginfase en daar kan Nederland op inspelen. We hebben hier namelijk een goede hightechindustrie, die een belangrijke rol kan spelen in de bouw van elektrolysers. Er zijn al een aantal Nederlandse bedrijven die interessante dingen doen op het gebied van waterstof, zoals VDL, Hydron EnergyXINTC en Nedstack. Dat moet je activeren. Daarbij verwacht ik dat Nederland internationaal vooral een belangrijke rol kan gaan spelen in het creëren en delen van kennis over de infrastructuur voor waterstof.’

Systeemperspectief

Overstappen op nieuwe vormen van duurzame energie zoals waterstof, vraagt om een systeemperspectief. Want hoe zet je waterstof in? Is het geschikt voor personenvervoer? Werkt het goed in de gebouwde omgeving? Of juist in de industrie? Produceren we het lokaal? Of kunnen we dat beter doen op een plek waar het goedkoper kan? En hoe wekken we de groene elektriciteit op waarmee waterstof geproduceerd wordt? Van de Sanden: ‘Over de stip op de horizon is iedereen het denk ik wel eens, dat is een duurzaam energiesysteem. Maar welke keuzes maken we op de weg ernaartoe?’

De overheid als facilitator

Om te bepalen wat de juiste beslissingen zijn en de ruimte te creëren om die ook te nemen, is het cruciaal dat de overheid een faciliterende rol neemt, stelt Van de Sanden. ‘Het succes van wind op zee zou op andere gebieden herhaald kunnen worden als de overheid zich opstelt als facilitator. Dat betekent dat ze wet- en regelgeving op orde maakt en risico’s afdekt. Op dit moment focust de overheid vooral op het ontwikkelen van innovatieve oplossingen. Dat is belangrijk, maar regulering en wetgeving moeten niet vergeten worden. Die moeten innovatie niet belemmeren, maar versnellen of versterken. Nu is het nog weleens zo dat energiemaatregelen provinciaal geregeld worden. Maar de energietransitie is een probleem zonder grenzen, dat moet op nationaal of internationaal niveau aangepakt worden.’ 

Sociale innovaties

Bovendien behelst een systeemverandering een stuk meer dan alleen technologische vernieuwing. ‘Innovators kunnen de techniek verder brengen. Maar ook op sociaal gebied kunnen zij een belangrijke rol spelen. Sociale innovaties zoals burgerparticipatie kunnen helpen om draagvlak te creëren en daarmee om het energiesysteem ruimtelijk goed in te passen.’  

Studenten breder opleiden

Daar komt bij dat met een nieuw systeem ook een nieuwe arbeidsmarkt ontstaat, bijvoorbeeld voor installatie en onderhoud van elektrolysers. ‘Daarom moeten we onze mbo’ers en hbo’ers nú goed opleiden rondom de thematiek van deze transitie. Kijk naar ICT: dat is razendsnel gegroeid en nu hebben we daar heel hard mensen voor nodig. Dat gaat op het gebied van duurzame energie ook gebeuren. We gaan bijvoorbeeld zonnepaneelinstallateurs nodig hebben die niet alleen veel verstand hebben van dakbedekking, maar ook van elektrotechniek.’ 

InnovatieExpo

‘Bij de opbouw van een energie-infrastructuur is het van groot belang het netwerk goed te organiseren. Bedrijven, kenniscentra, universiteiten en overheden moeten goed met elkaar samenwerken en elkaar beïnvloeden. Dat klinkt misschien triviaal, maar dat is het niet. Nederland is een klein en enorm verbonden land, waar publiek en privaat elkaar al goed gevonden hebben. De InnovatieExpo is een mooie gelegenheid om dat te laten zien.’