Een nieuwe bouwcultuur als oplossing voor de urgente opgaven

De toenemende woningtekorten en de doelen uit het Klimaatakkoord in 2030 vragen om een nieuwe manier van werken. Volgens Hanna-Lára Pálsdóttir, projectleider Biobased bouwen bij de City Deal Circulair en Conceptueel bouwen is circulair en conceptueel bouwen een van de oplossingen om de urgente opgaven waar Nederland voor staat aan te pakken. ‘De nieuwe manier van bouwen biedt kansen voor deze opgaven en daarmee de toekomst.’  

Hanna-Lara

City Deals

De City Deals komen voort uit het interbestuurlijke programma Agenda Stad en zijn een middel om groei, innovatie en leefbaarheid in de Nederlandse steden te versterken. In City Deals worden concrete samenwerkingsafspraken tussen steden, Rijk, andere overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties verankerd.

De City Deal Circulair en Conceptueel bouwen is één van de deals en is vorig jaar opgesteld en ondertekend door de ministeries van BZK, IenW en LNV, verschillende provincies en gemeenten, kennisinstellingen, banken en bouwbedrijven om de circulaire economie in de bouw en de klimaatambities te verwezenlijken. In 2030 moeten de CO2-emissies met 49% zijn gedaald ten opzichte van 1990. Ook de woningbouwopgave is enorm: de komende jaren moeten een miljoen woningen worden gerealiseerd.

De City Deal Circulair en Conceptueel bouwen draagt bij aan de opschaling en versnelling van de verduurzaming van de fysieke leefomgeving. Zo kan de bouwsector een drijvende kracht worden achter de klimaatdoelstellingen, aldus Pálsdóttir. De City Deal richt zich op drie inhoudelijke werklijnen: biobased bouwen, conceptueel en industrieel bouwen en als laatste werklijn waarderings- en financieringsmodellen. De ambitie is om in 2023 alle aanbestedingen zo circulair mogelijk uit te vragen, zodat in 2030 circulair bouwen de standaard is.  

Kansen rondom biobased bouwen

Duurzame verstedelijking is een ontwikkeling die aansluit op de behoeften van deze tijd en de noodzaak om het ecosysteem in balans te houden. Bij biobased bouwen gebruik je natuurlijke materialen, zoals hout, hennep, vlas, plaggen, leem, riet, zeewier, stro, klei, lisdodde en miscanthus. Deze materialen brengen minder milieubelasting met zich mee dan traditionele bouwmaterialen. Omdat het om hernieuwbare materialen gaat wordt ook uitputting van grondstoffen tegengegaan. Er kan echter nog een stap verder worden gezet: biobased bouwen kan zelfs tot een nieuwe, gezonde bouwcultuur leiden. Circulair bouwen draagt niet alleen bij aan een circulaire economie, maar creëert ook nieuwe kansen. Zo kunnen biobased-isolatie materialen de gezondheid van gebruikers verbeteren, omdat dit materiaal een betere luchtkwaliteit en meer comfort als resultaat oplevert. Daarnaast biedt het gebruik van hout en andere biobased materialen kansen voor het landschap en nieuwe verdienmodellen voor de landbouw.  

Met het gebruik van hernieuwde materialen en technieken wordt ook langzaam afscheid genomen van traditionele bouwplaatsen, waar gebouwen steen voor steen worden gebouwd. ‘Woningen worden steeds vaker in een fabriek gebouwd en op de bouwplaats in elkaar gezet. Dat verkort de bouwtijd, verkleint de uitstoot van stikstof en door het lichte gewicht van biobased materialen verlaagt het transportkosten en de emissie-uitstoot.’  

Waarderings- en financieringsmodellen

Doordat de manier van bouwen verandert, is verandering van waarderings- en financieringsmodellen nodig. Op dit moment verliezen de restmaterialen van een gebouw aan het einde van de levensduur hun waarde. Dat is zonde omdat sommige elementen nog wel iets waard zijn. Daarom is in deze City Deal de ambitie uitgesproken om circulair bouwen zo te gaan waarderen, dat de totale kosten over de gehele levensduur kunnen worden meegenomen in de investeringsbeslissing. Daarin is aandacht voor de maatschappelijke kosten en baten - zoals milieueffecten en gezondheidswinst - en de restwaarde. 

Samenwerking

Tijdens de InnovatieExpo 2021 ondertekenden bijna 50 nieuwe deelnemers deze City Deal. Inmiddels onderschrijven 110 partijen de ambitie om te innoveren in de bouwsector en de grondstoffenketen. De City Deal is een gezamenlijke verantwoording en geen uitdaging die je slechts met één wethouder, ministerie of sector kan aanpakken. De samenwerking met een diversiteit aan partners is noodzakelijk voor kennisdeling, versnelling en opschaling. Uitdagingen en aanpak worden onderling besproken en opgepakt. Pálsdóttir spreekt van een unieke samenwerking: ‘Wat ik zo mooi vind, is dat ik echt voel dat al die partners urgentie zien in de maatschappelijke opgaven waar we voor staan. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid waar iedereen hun voordeel uit haalt.’  

Gemeenten, bouwbedrijven en financiers

‘Gemeenten zien de circulaire en conceptuele manier van bouwen als een grote kans. Maar we zien ook dat zij nog met veel vragen zitten en te weinig capaciteit hebben om dit prioriteit te geven. De City Deal biedt goede mogelijkheden om die vragen te beantwoorden.’ 

We zien dat bouwers, ontwerpers én banken bereid zijn om hun kennis te delen. Ik zie echt dat we dit proces kunnen versnellen als we samenwerken.’ Pálsdóttir vervolgt: ‘We zien ook dat een aantal bouwbedrijven en ontwerpers voorop lopen. Grootschalige bedrijven en organisaties, zoals Ballast Nedam Development, StartBlock, Finch Buildings en Urban Climate Architects hebben niet alleen oog voor het bouwen, maar bekijken de bouwsector integraal: hoe zorgen we voor biobased materialen en waar halen we die vervolgens vandaan?’ Het integraal aanpakken van deze vragen draagt bij aan de versnelling en opschaling van de City Deal.  

Tegelijkertijd vraagt dit om een nieuwe bouwcultuur die aansluit bij de doelstellingen van het klimaatakkoord. Door beton, staal en steenwol te vervangen door andere duurzamere materialen kunnen we een bijdrage leveren aan die doelstellingen. Dit is zeker niet eenvoudig en het vergt een andere, nieuwe manier van werken. Voor bouwvakkers betekent dit bijvoorbeeld dat zij opnieuw naar hun vak moeten kijken. Dit vraagt weer kennis, ervaring en vernieuwing in het onderwijs.  

Ook financiers voelen de urgentie van een nieuwe bouwcultuur. ‘Zo ziet ASN Bank een businessmodel voor de toekomst en zijn zij bereid om een risico te nemen door te investeren in wijken van circulaire en biobased materialen.’  

Uitdagingen 

Ondanks de goede samenwerking kent de weg naar een nieuwe bouwcultuur nog hobbels. Circulair en conceptueel bouwen komt alleen tot stand als alle partijen dat willen en daarop sturen. ‘Op dit moment is de financiële uitdaging groot. De prijs van biobased bouwen ligt ongeveer 5 á 10 procent hoger dan bij traditionele bouw. Dat vormt een uitdaging. Het aanpassen van het speelveld tussen fossiele en plantaardige bouwmaterialen en subsidieregelingen die zich richten op circulaire materialen, maar ook de wijziging van wet- en regelgeving en een aanpassing van de Milieu Prestatie Gebouwen (MPG) kunnen daarvoor oplossingen bieden.’ Maar dat vergt tijd en vraagt om nader onderzoek. ‘We hebben voorbeelden nodig die verder gaan dan één of enkele huizen. De eerste biobased wijk moet nog gebouwd worden in Nederland.’ 

Een andere grote uitdaging is de productie van biobased materialen in eigen land. Daarvoor moet er een verandering komen in een aantal schakels in de keten. Zo is de vraag naar biobased materialen nog gering, zijn de eigenschappen onvoldoende bekend en ontbreekt een geschikte (high-tech) zagerij in Nederland. ‘Dat betekent dat wij de producten uit Duitsland of andere landen moeten halen. De ambitie is dat Nederland deze producten zelf kan gaan produceren. De ontwikkeling van biobased bouwen kan een impuls geven aan de bosbouw om deze vervolgens in te zetten voor de woningbouw. Bovendien kunnen producten als kruislaaghout prefab gemaakt worden waardoor je klantgericht kunt produceren. Dat is maakt industriële opschaling én variatie mogelijk.’ Uiteindelijk zorgt de verandering in de schakels ervoor dat een biobased bouwsector actief bij aan de klimaatdoelstellingen. 

De markt in beweging zetten

De City Deal maakt het mogelijk om de uitdagingen van biobased en industrialisatie gezamenlijk aan te gaan en de ambities te vertalen in een structurele vraag naar circulaire bouwconcepten. Deze Deal zet de markt in beweging, waardoor circulair en conceptueel bouwen opgeschaald kan worden. Dat betekent – voor nu en in toekomst – bouwen met een minimale milieu-impact, CO2-emissie en stikstofuitstoot. Maar ook het creëren van omgevingskwaliteit en woon- en werkmilieus die hun waarden zo lang mogelijk behouden. Pálsdóttir: ‘Sterker nog, door de verbinding te maken met de landbouwsector en het landelijk gebied zie we kansen om de transitie in de bouw in te zetten voor een hoogwaardige bossector, nieuwe verdienmodellen voor boeren en een impuls voor het herstel van het Nederlandse landschap.’