Menselijke verhoudingen zijn essentieel voor een innovatieve blik op transities
De komende 10 tot 30 jaar staan voor Nederland in het teken van meerdere grote transities. De energietransitie, groeiende verstedelijking en de overgang naar een circulaire economie zijn daar voorbeelden van. Ook klinkt de roep om meer sociale en economische rechtvaardigheid steeds luider. Bij al deze vraagstukken speelt de wetenschap een belangrijke rol. Maar deze complexe problemen vragen om nauwe samenwerking tussen wetenschap, overheid, bedrijfsleven en burger. Alleen zo komen we tot sociale innovatie. Dat is wat de Urban Futures Studio voorstaat.
De Urban Futures Studio (UFS) is een platform van Universiteit Utrecht dat duurzame toekomstbeelden in stedelijk gebied in kaart brengt en helpt mogelijk te maken. Hun pitch is als volgt: we leven in de eeuw van verstedelijking. Wereldwijd trekken er elke week 1.5 miljoen mensen naar de stad. Van oudsher zijn steden broedplaatsen van innovatie en rijkdom, maar hun toekomst staat onder druk. Afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en extreem weer hebben een ontwrichtende werking. Daarnaast groeit de sociale ongelijkheid. Dit vraagt om radicale verandering. De vraag is dus: hoe kunnen we steden betere plekken maken om te leven?
Om dit te bereiken zet de UFS in op nieuwe samenwerkingsvormen: crossovers tussen disciplines, en tussen wetenschap, kunst en beleid. Voorbeelden van deze partners zijn de ministeries van Infrastructuur (I&W) en Binnenlandse Zaken (BZK). Zij zetten in op kennisuitwisseling. Dit komt o.a. tot stand in het onderzoeksprogramma en in de summer schools, waaraan ook ambtenaren deelnemen.
Interbestuurlijk samenwerken en burgerparticipatie
Burgerparticipatie is een belangrijk onderdeel van deze nieuwe manieren van samenwerken. Het onderzoeksprogramma heeft ook als een van de hoofdthema’s democratie en duurzaamheid. Maar de UFS omvat een veelvuldigheid aan projecten waarin ze werken aan de toekomstige weerbaarheid van steden. En allemaal houden ze zich bezig met interbestuurlijke samenwerking, en de relatie tussen duurzame energie en nieuwe vormen van democratie.
Een van die projecten heet Rethinking Citizen Engagement for an Inclusive Energy Transition. Dit initiatief onderzoekt en experimenteert met nieuwe vormen van burgerbetrokkenheid in de energietransitie. Ze doen dit op wijkniveau. De vraag is: hoe zorg je voor een inclusieve ontmoeting tussen burger, bestuurder en andere partijen? De aandacht gaat vooral uit naar vorm, omdat het belangrijk is dat een zo groot mogelijke groep mensen zich herkent in het geschetste toekomstbeeld. Momenteel maakt de projectleider samen met een filmmaker een documentaire over de energietransitie in de Rotterdamse wijk Bospolder-Tussendijken.
Een ander project heet Reconfiguring Energy for Social Equity (ReSET). Het omvat een vierjarig onderzoek naar de wijze waarop de energietransitie voor meer sociale gelijkheid kan zorgen. Hierbij kijken ze naar de verschillen tussen de global north en global south. Maar ook naar de verschillen tussen landelijke en stedelijke gebieden. In Nederland kijken ze naar investeringen in energie in landelijke delen in de noordelijke provincies. Ze onderzoeken of dit soort investeringen leiden tot een betere leefomgeving of een versterking van de lokale economie. En ze nemen mee of deze decentrale aanpak leidt tot meer zeggenschap bij lokale gemeenten.
Een derde voorbeeldproject is Experimental Governance. Dit project onderzoekt de experimenterende overheid. Specifiek kijken ze naar experimenteren als methode of structuur om antwoorden te vinden op complexe maatschappelijke vraagstukken. Ze stellen hierbij de vraag hoe experimenteren te gebruiken als systematische manier van werken. Oog voor samenhang is daarbij van groot belang. De overheid zit in een web van allerlei instanties en kan hier zijn voordeel mee doen. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van bestaande gemeenschapsstructuren of het opzetten van burgerparticipatiegroepen. Zo bereik je burgers beter én zorg je voor beter bestuur.
‘Right to Challenge’
Een goed voorbeeld van burgerparticipatie is het right to challenge of ‘uitdaagrecht’. Dit geeft burgers het recht om initiatieven af te dwingen, om aan te tonen dat zij iets beter kunnen organiseren dan de overheid. Zo staat dit recht structureel experimenteren toe. In de Rotterdamse Afrikaanderwijk hebben burgers bijvoorbeeld samen met lokale ondernemers de afvalinzameling overgenomen. Dit bleek een succes: het is duurzamer dan voorheen en zorgt voor meer werkgelegenheid in de wijk.
De projecten van de UFS hebben een globale insteek met een lokale focus. Ze combineren de grote vraagstukken van deze tijd met een innovatieve blik zonder daarbij menselijke verhoudingen uit het oog te verliezen. Zo dragen ze bij aan burgerparticipatie en aan het vormgeven van de groeiende verstedelijking.