Hoe biedt Nederland het hoofd aan waterschaarste?

Met alle buien van de afgelopen dagen is het makkelijk om de droogte weer te vergeten. De droogte van de afgelopen zomer bracht problemen met zich mee die we nog steeds ondervinden. In een land als Nederland is watermanagement cruciaal. We kennen hier dan ook een goed functionerende organisatiestructuur om waterschaarste het hoofd te bieden. Afhankelijk van de ernst van de situatie zijn er verschillende teams die samenkomen. De belangrijkste, die afgelopen zomer in actie moesten komen, staan hieronder beschreven. We lichten uit hoe de teams omgaan met de problemen rondom waterschaarste als gevolg van droogte.

Beeld: ©EMMA

Op 3 augustus kopte de NOS: Officieel watertekort: vanaf nu verdeelt een landelijk crisisteam het schaarse water. Later die avond volgde ook de Volkskrant met: Nederland heeft ‘feitelijk’ watertekort: vanaf nu verdeelt een landelijk crisisteam het schaarse water.

In het nieuws valt te lezen dat op 13 juli werd opgeschaald naar niveau 1: dreigend watertekort, en vervolgens op 3 augustus naar niveau 2: feitelijk watertekort. De droogte in de zomermaanden werd veroorzaakt door de hoge verdamping van water door de warme temperaturen in Europa en door de lage aanvoer van water uit rivieren uit het buitenland, de Maas en de Rijn.

Het is de vijfde keer sinds 2000 dat we spreken van een watertekort. Dat gebeurde eerder al in 2003, 2006, 2011 en 2018. In 2003 was de situatie zo ernstig dat men moest opschalen naar niveau 3: een dreigende nationale crisis door droogte. De andere keer dat dit gebeurde was in 1976. Maar wie bepaalt eigenlijk of er sprake is van watertekort? En wie nemen er zitting in deze teams?

Organisatiestructuur

  • Groen: normaal beheer. Geen watertekorten.
  • Geel: opschalingsniveau 1. Dreigend watertekort. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW).
  • Oranje: opschalingsniveau 2. Feitelijk watertekort. Managementteam Watertekorten (MTW).
Rood: opschalingsniveau 3. (Dreigende) nationale crisis. Ministeriële crisisstructuur. Voor meer info klik hier.

Ons waterbeheer valt binnen de Rijksoverheid vanzelfsprekend onder het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), de Deltacommissaris en Rijkswaterstaat. Zij onderhouden contact met onder andere de waterschappen, provincies en de regionale droogte-overleggen (RDO’s). Bij het eerste opschalingsniveau komt de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) bij elkaar. Zij houden vanaf dat moment de actuele droogtesituatie in de gaten, onder andere met een ‘droogtemonitor’.

Bij opschalingsniveau 2 verandert de structuur en krijgt de LCW een adviserende rol naar het Managementteam Watertekorten (MTW). Het MTW bepaalt in tijden van schaarste hoe het water in Nederland wordt verdeeld. In het nieuwsbericht van de NOS valt het volgende hierover te lezen: “De situatie is inmiddels dusdanig ernstig, dat er besluiten genomen moeten worden die over de regio’s, waterschappen en belanghebbenden heen gaan. Het is de taak van het MTW om dat te coördineren.”

De LCW is onderdeel van het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN) en zit in Lelystad. In de LCW zitten vertegenwoordigers van Rijkswaterstaat, waterschappen, provincies, drinkwaterbedrijven, de betrokken ministeries en de zes RDO’s. Het grote verschil met het MTW is dat zij als crisisteam in staat zijn om sneller te handelen. De directeur-generaal van Rijkswaterstaat is de voorzitter van dit team.

Verdringingsreeks

Aanhoudende droogte kan leiden tot schade aan dijken, natuurgebieden en mislukte oogsten. Ook zorgt droogte voor verzilting: zeewater dat in onze bodem en wateren terechtkomt. Schepen kunnen minder lading meenemen over de rivieren. En de waterkwaliteit neemt af met schadelijke gevolgen voor natuur en dier.

Lokale maatregelen waren afgelopen zomer al van kracht: in sommige gebieden gold bijvoorbeeld een sproeiverbod voor landbouw en industrie. Zulke maatregelen zie je al snel bij droogte.

Bij niveau 2 wordt een landelijke ‘verdringingsreeks’ in werking gesteld. Deze is geregeld in de Waterwet. Hierin staat dat dijken en waterkeringen de hoogste prioriteit krijgen om de veiligheid van ons land te garanderen. Hierna volgt het voorkomen van onomkeerbare schade aan de natuur, het laten blijven draaien van voorzieningen zoals ziekenhuizen en het garanderen van schoon drinkwater. Landbouw, industrie en recreatie hebben in de Waterwet de laagste prioriteit.

Droogte leidt tot innovaties

Verschillende lessen zijn geleerd, ook door de droogte in 2018. Het IJsselmeer, ook wel de ‘nationale regenton’, was dit keer goed gevuld en onze pompen en gemalen konden water hieruit rondpompen naar nabijgelegen gebieden. Hierdoor kon bijvoorbeeld het grondwater op peil worden gehouden en konden schepen goed gebruik blijven maken van sluizen.

En om verzilting tegen te gaan, ligt er nu een ‘bellenscherm’ op de bodem van het Amsterdam-Rijnkanaal. Een bellenscherm is een grote buis met gaten waar lucht door geblazen wordt. Deze bellen houden het zoute water uit zee tegen.

Zo wordt er met hulp van een scherpe organisatie en technologische ontwikkelingen gewerkt aan onze (water)voorziening in periode van (extreme) droogte. Rijkswaterstaat blijft ook in tijden van regenval monitoren hoe het staat met onze natuur en watervoorraad, zodat tijdige bijsturing mogelijk is. Maar de roep om innovaties blijft onverminderd hoog.