Op weg naar circulair en biobased asfalt
Op termijn gebruiken we geen fossiele brandstoffen meer. Dus ook geen aardolie. En zonder aardolie geen asfalt, want het bindmiddel in asfalt is een restproduct van aardolie. Als het lukt meer asfalt te hergebruiken én we een alternatief vinden voor dat bindmiddel, dan kan de wegenbouw onderdeel zijn van de circulaire economie. Dineke van der Burg, programmamanager bij Rijkswaterstaat: "Het is mooi om te zien hoe wegenbouwers, leveranciers, kennispartijen en overheden er samen hard aan werken om dat te realiseren."
Een klimaatneutrale, energieneutrale en circulaire infrastructuur: dat is het doel voor 2030. Alle materialen worden hoogwaardig hergebruikt en we verbruiken de helft minder primaire grondstoffen. Om deze doelstellingen te bereiken, is binnen Rijkswaterstaat het transitiepad Duurzame Wegverharding opgericht, waarbij Dineke van der Burg is betrokken.
Asfalt en aardolie
Nu maken we het bitumen in wegen nog van het zwarte restant van aardolie, dat na raffineren als laatste overblijft. Het plakt de steentjes aan elkaar. Stoppen we met fossiele brandstoffen, dan is er ook geen bitumen meer en hebben we een alternatief nodig.
Dineke: “We denken dat we in 2030 bij beheer, onderhoud en aanleg tot 70% gerecycled materiaal kunnen inzetten voor het asfalt. Dat geldt voor de steentjes en het bitumen. Dan hebben we nog voor 30% andere stoffen nodig, waarvan misschien nog een deel primaire grondstoffen en een deel reststromen. Die reststromen kunnen bijvoorbeeld biobased zijn. Dat is best ingewikkeld, want we hebben en houden in Nederland een hoge standaard voor onze wegen.”
Verschillende partijen denken erover na welk materiaal dat moet zijn en hoe we dat in de praktijk kunnen brengen. Bijvoorbeeld in het CHAPLIN-project.
Bitumen vervangen
Voor de nodige chemische kennis is Hans Hendrikse van het bedrijf Latexfalt betrokken bij CHAPLIN. “Meestal werken wij als scheikundigen met 1 stof, maar bitumen is een mengelmoes van stoffen”, vertelt hij. “Het is in dit geval een voordeel dat het geen ‘puur’ product is.”
Dat is relevant, omdat 1 van de grootste problemen in een volledig circulaire economie het afval blijft, zelfs na recycling. Van het plastic kunnen we bijvoorbeeld maar 15% hergebruiken, omdat de rest te gemixt is voor de productie van kwalitatief plastic. Als bitumen een mengelmoes van stoffen is, kan de vervanger ervan dat misschien ook zijn.
"Hierdoor hebben wij als industrie een hele andere vraag binnen de circulaire economie dan anderen", legt Hans uit. "Doordat wij geen puur product nodig hebben, kunnen we via de productie van asfalt mogelijk reststromen uit bijvoorbeeld de plastic-, rubber- en papierindustrie wegwerken."
Biobased asfalt
Tot nu toe waren de samenwerkingspartners binnen CHAPLIN vooral bezig met het onderzoeken van de plantaardige grondstof lignine als alternatief voor bitumen. “Dat verbreden we dit jaar naar biobased asfalt”, vertelt Hans. “Belangrijk is natuurlijk wel dat het product veilig en herbruikbaar is en een lange levensduur heeft. En dan moet het ook nog te combineren zijn met het huidige bitumen, omdat er in deze overgangsfase mengvormen zullen zijn.”
Dineke: “Dit zijn hele interessante ontwikkelingen. Welk biobased materiaal kies je? Lukt het om van een ‘biobased’ restproduct een hoogwaardig bindmiddel voor asfalt te maken, dat we kunnen hergebruiken? Aan welke criteria moet dat product voldoen? Allemaal vragen waar uiteenlopende partijen zich samen over buigen.”
Verbinden = versnellen
Verbinding binnen de hele keten is cruciaal om sneller de juiste stappen te zetten. “En met die samenwerking gaat het goed in deze wereld”, vindt Dineke. “Een programma als CHAPLIN helpt de ontwikkelingen te stroomlijnen. Rijkswaterstaat, universiteiten, aannemers en leveranciers hebben allemaal contact met elkaar. We verwachten overigens niet van bedrijven die aan innovaties werken dat zij al hun kennis op tafel leggen. Het is wel belangrijk dat we kennis bijeenbrengen, zodat niemand het wiel opnieuw hoeft uit te vinden.”
Dineke van der Burg (links) en Hans Hendrikse (rechts).