Terugkijken op vijftien jaar Innovatie Expo

Vanaf het allereerste moment, vijftien jaar geleden, was Karin Kooij bij de organisatie van de Innovatie Expo betrokken. Nu ze met pensioen gaat, mag ze zichzelf met recht een innovatie-expert noemen. Ze leerde dat innovatie meer is dan techniek. Én dat het soms nodig is om dingen te doen die niet zo logisch zijn, om het leven er een beetje in te houden.

Karin Kooij

Vijftien jaar geleden kwamen tientallen vertegenwoordigers van de overheid, het bedrijfsleven en kennisinstellingen voor het eerst bij elkaar in Maarssen. Ze deden iets in de bouw, logistiek, luchtvaart, water en verkeer. En ze vonden dat er iets moest gebeuren om Nederland in de toekomst bereikbaar, schoon, veilig en concurrerend te houden. Er moest geïnnoveerd worden. Bij deze Club van Maarssen zat ook de directeur van de Directie Kennis, Innovatie en Strategie van het toenmalige ministerie van Verkeer en Waterstaat (nu Infrastructuur en Waterstaat). ‘Hij vroeg een collega van mij om een tweedaags innovatie-evenement in Valkenburg te organiseren. Ik was gevraagd om mee te denken, omdat ik ervaring had met het organiseren van congressen’, herinnert Kooij zich.

Innovatie-estafette en Innovatie Expo

In vijftien jaar tijd groeide de Dag van Maarssen uit tot een groot netwerk - de Innovatie-estafette -  en een tweejaarlijkse Innovatie Expo. In 2021 vindt de achtste editie plaats. Al die tijd was Kooij er in verschillende rollen bij betrokken. Ze zat in het projectteam en hielp mee met de website en de nieuwsbrief. Daarmee was ze een constante in een steeds veranderende organisatie. ‘Het projectteam wisselde iedere keer. Je kunt zeggen dat dat onhandig is, maar ik vond het wel verfrissend. Het wiel moest wel een paar keer opnieuw uitgevonden worden. Maar het gaf ook verse energie: als team wilden we het steeds beter doen dan de vorige editie.’

‘Ik zocht altijd naar dingen die nét naast het bekende zaten’

Een beetje poëzie toevoegen

Met haar opvallende rode haar en voorliefde voor kunst en cultuur was Kooij een wat vreemde eend in de bijt op het ministerie. ‘Ik trachtte een beetje poëzie toe te voegen aan het wat prozaïsche ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Op de Expo zat mijn bijdrage ook vooral in de culturele, filosofische en kunstzinnige kant. Ik zocht altijd naar dingen die nét naast het bekende zaten. Op één Expo hadden we bijvoorbeeld de Innomovie, een grote tent met daarin allerlei video’s over innovatie. Daar zat ook een Walt Disney film bij die al 70 jaar geleden voorspelde dat de snelwegen heel hoog gebouwd zouden worden en dat er zelfrijdende auto’s zouden zijn. Het zijn soms malligheden die juist inspireren. Ik denk dat dat ook wel nodig is, dat verrassende. Ik zocht dat in sprekers of workshops.’

Iedereen is een beetje zoekend

Zo’n spreker met een iets andere kijk op innovatie was Peter Hinssen, die een van de keynote lezingen van de IE2018 in Rotterdam verzorgde. ‘Hij vond dat je met een glimlach en zachte ogen naar jezelf moest kunnen kijken. Iedereen is immers een beetje zoekend. In die zin had hij iets ontroerends: in zijn verhaal draaide innovatie niet zozeer om economische motieven, maar juist om de menselijke kant.’

De menselijke kant van innovatie

Die menselijke kant van innovatie zocht Kooij ook op in de Innovatie Spreekt video’s die ze maakte voor de Innovatie-estafette. ‘Ik heb er wel zo’n 60 gemaakt. Een van mijn favorieten is die met Anne-Marije Zwerver over kwantumcomputers. Zij was zo slim en kon zich zó inleven in het publiek waartegen ze sprak. Het was helemaal niet zo’n logische keuze, zo’n gefilmde rubriek. Maar ik denk dat het soms ook nodig is om dingen te doen die niet logisch zijn, om het leven erin te houden. Innovatie spreekt is eenvoudig gemaakt, in één take en met één camera. Dat maakt het heel intiem. Het laat zien dat innovators mensen zijn. Ik mocht zomaar meekijken met iemands wereldbeeld en de kijker daarin ook meenemen. Zo kon ik ook laten zien dat innovatie echt niet alleen iets technisch is. Het is ook niet eenduidig, innovatie heeft zoveel uitingsvormen.’

‘Als je een klein innovatief vonkje in je voelt, dan moet je dat volgens mij met héél veel mensen delen’

De energie van anderen

De afgelopen jaren zag Kooij honderden innovators voorbijkomen op de Expo. Zo leerde ze steeds meer over hoe innovaties van de grond kunnen komen.  ‘Als je een klein innovatief vonkje in je voelt, dan moet je dat volgens mij met héél veel mensen delen. Natuurlijk, in je eentje kan het ook best werken, maar het is vruchtbaarder als je ideeën met elkaar deelt. De energie van anderen maakt dat een idee kan gaan groeien. Dat is ook waar de Expo voor bedoeld is. Mensen spreken elkaar, zien elkaar, zoeken elkaar op. Zo ontstaan ook nieuwe dingen. Mensen zijn op zo’n dag gretig om met elkaar te praten. Ik was op die dagen zelf bijvoorbeeld erg onder de indruk van de Zandmotor, die de kracht van de natuur aanwendt om een zandbank te maken. En de Great Bubble Barrier, die plastic tegenhoudt voordat het in zee komt, vond ik ook inspirerend. Maar ook van de draagbare technologie van Pauline van Dongen, zij heeft kleding die bijvoorbeeld van zonnecellen is voorzien.’

Het geweten van de samenleving

Door de jaren heen raakten steeds meer ministeries betrokken bij de Innovatie Expo. Toch pakt de overheid nog niet genoeg haar verantwoordelijkheid als het gaat om innovatie, vindt Kooij, al ziet ze wel een omslag. ‘Lange tijd werd gezegd dat de markt maatschappelijke problemen moest oplossen. In mijn ogen stuurt en subsidieert de overheid innovatie nog niet genoeg, maar ik bespeur wel dat het steeds meer die kant opgaat. De overheid is het geweten van de samenleving. Een bedrijf heeft andere belangen, dat moet winst maken en zorgen dat de werknemers aan het werk kunnen blijven. Dat is iets heel anders dan relevante dingen doen voor de maatschappij.’

‘Op de Expo heb ik het gevoel: hier gebeurt het’

Verantwoordelijkheid nemen

En relevante dingen doen voor de maatschappij, daar kunnen innovaties een belangrijke rol bij spelen. ‘Met hulp van innovaties kun je meer verantwoordelijkheid nemen voor wat er gebeurt in de wereld. Innovatie is hoopvol, het laat zien dat de wereld nog te redden is. Daarom vind ik het ook zo mooi dat we in Nederland een podium hebben voor vernieuwing. Een podium voor innovatie.’

Hoop op een betere wereld

Eigenlijk zou ze na de Innovatie Expo van dit jaar pas met pensioen gaan. Maar toen de Expo door de coronacrisis werd uitgesteld, gooide dat roet in het eten. Kooij is er in april wel bij, voor het eerst als deelnemer. ‘Dat is wel anders, maar ook wel rustig, want ik hoef niet alles in de gaten te houden. Ik hoop dat ik er de contouren ga zien van een betere wereld. Op de Expo heb ik het gevoel: hier gebeurt het. Er is een gedeelde energie, het gevoel dat je deel  bent van een innovatieve wereld en iets zinvols bijdraagt.’